Autofabrikanten, waaronder Tesla, General Motors, Volkswagen en Toyota, slagen er niet in ervoor te zorgen dat ze geen gebruik maken van dwangarbeid als onderdeel van hun Chinese toeleveringsketens, aldus een rapport dat op donderdag 1 februari 2024 door Human Rights Watch is uitgebracht.
Deze in de VS gevestigde non-profitorganisatie heeft enkele van de grootste autofabrikanten ter wereld in verband gebracht met aluminium dat naar verluidt met dwangarbeid is geproduceerd door Oeigoeren en andere etnische minderheden in de westelijke regio Xinjiang in China en andere delen van dit land.
China wordt beschuldigd van het uitvoeren van arbeidsoverdrachtsprogramma’s waarbij Oeigoeren en andere Turkse minderheden worden gedwongen te zwoegen in fabrieken als onderdeel van een al lang bestaande campagne van assimilatie en massale detentie.
Uit een rapport van de Verenigde Naties uit 2022 bleek dat China mogelijk misdaden tegen de menselijkheid heeft begaan in Xinjiang, waar naar schatting meer dan 1 miljoen Oeigoeren willekeurig zijn vastgehouden als onderdeel van maatregelen die volgens de Chinese regering bedoeld waren om terrorisme en separatisme aan te pakken.
Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken beantwoordde vragen over dit rapport niet onmiddellijk.
Dit rapport koppelt aluminium – een materiaal dat in tientallen auto-onderdelen wordt gebruikt – aan de arbeidsoverdrachtsprogramma’s, waarbij werknemers naar verluidt te maken krijgen met ideologische indoctrinatie en beperkte bewegingsvrijheid. Het rapport is gebaseerd op bedrijfsverklaringen, Chinese overheidsdocumenten en eerder onderzoek van Human Rights Watch en andere organisaties.
Sinds 2022 eisen de Verenigde Staten van importeurs van in Xinjiang geproduceerde goederen dat ze bewijzen dat deze niet met dwangarbeid zijn gemaakt om boetes te voorkomen.
Het rapport van Human Rights Watch stelt dat als het om aluminium uit Xinjiang gaat, de oorsprong ervan moeilijk te achterhalen is, vooral als het naar andere delen van China wordt verscheept en er legeringen van worden gemaakt.
Volgens rapporten uit de sector komt ruim 15% van het Chinese aluminiumaanbod en ongeveer 9% van het mondiale aanbod uit Xinjiang. De mondiale auto-industrie gebruikt dit aluminiumaanbod voor de productie van onderdelen, variërend van voertuigframes tot wielen en batterijfolies.
China werd vorig jaar ‘s werelds grootste auto-exporteur en is de grootste fabrikant van elektrische auto’s op batterijen. Tot de bedrijven die in dit nieuwe rapport worden vermeld, behoort ook de Chinese elektrische autogigant BYD.
Volgens het International Aluminium Institute, een Britse industriegroep, zal de mondiale vraag naar aluminium tussen 2024 en 2060 naar verwachting verdubbelen, deels als gevolg van de groeiende populariteit van elektrische voertuigen.
“China is dominant in de mondiale auto-industrie, en overheden moeten ervoor zorgen dat bedrijven die auto’s bouwen of onderdelen inkopen in China niet besmet raken door de repressie van de regering in Xinjiang”, zegt Jim Wormington, senior onderzoeker bij Human Rights Watch. “Zakendoen in China mag niet betekenen dat je gebruik moet maken van of moet profiteren van dwangarbeid.”
Dit rapport beweert dat buitenlandse autofabrikanten zijn bezweken onder de druk van de Chinese overheid en een soepelere controle over hun Chinese activiteiten hebben toegestaan dan in andere landen, waardoor het risico op het gebruik van dwangarbeid in hun toeleveringsketens toeneemt.
De meeste buitenlandse autofabrikanten in China opereren als joint ventures met Chinese bedrijven vanwege overheidsbeperkingen in belangrijke sectoren.
Toyota zei in een verklaring dat het het rapport van Human Rights Watch nauwlettend zou beoordelen. Dit bedrijf voegde eraan toe dat “respect voor de mensenrechten” deel uitmaakt van zijn kernwaarden. “We verwachten van onze leveranciers dat ze ons voorbeeld volgen en de mensenrechten niet schenden”, aldus Toyota.
Volkswagen zei dat het een risicobeheersysteem heeft ingevoerd voor due diligence bij de inkoop van grondstoffen en dat het rechtstreeks opdrachten geeft aan zijn Chinese leveranciers. Dit bedrijf zei ook dat het alle beschuldigingen van dwangarbeid onmiddellijk zou onderzoeken en op zoek zou gaan naar nieuwe oplossingen om dwangarbeid in zijn toeleveringsketens te voorkomen.
Volkswagen exploiteert een fabriek in Xinjiang als onderdeel van een joint venture met de Chinese staatsautofabrikant SAIC Motor. Bij een audit in opdracht van de Duitse autofabrikant vorig jaar werden geen tekenen van dwangarbeid in de fabriek in Xinjiang aangetroffen.
General Motors, Tesla en BYD beantwoordden niet onmiddellijk vragen per e-mail over de beschuldigingen.
Tesla bezit een fabriek in Shanghai waar dit bedrijf auto’s bouwt voor zowel de Chinese als de internationale markt. Dit bedrijf vertelde Human Rights Watch dat het zijn toeleveringsketen tot op het niveau van de mijnbouw had gevolgd en geen bewijs van dwangarbeid had gevonden. Tesla heeft echter niet gespecificeerd hoeveel van zijn aluminium afkomstig was van onbekende bronnen en in verband kon worden gebracht met Xinjiang.
